vrijdag 30 december 2011

2 – De filosofie van het ‘Al’


Het leven heeft als vooronderstelling de dood., een ‘iets’. De filosofie maakt dit ‘iets’ tot ‘niets’ en loochent daarmee de vooronderstelling. Daarmee ook sluit zij oren en ogen voor de bittere angstkreet. Het kennen van het ‘al’ heeft ‘niets’ als vooronderstelling. De grondgedachte van de filosofie, d.i. het ene en algemene kennen van het ‘al’ wordt daardoor al bij voorbaat een leugen. Wij wijzen die filosofie als misleiding af. De vraag: wat is de wereld? Werd met alle samenhangende vragen aan het denken vast geknoopt. De vooronderstelling van het denkbare ‘al’ overschaduwde alle mogelijkheden tot vragen. Materialisme en idealisme domineerden. “Tot zwijgen gebracht werd de stem die beweerde in een openbaring de bron van goddelijk weten te bezitten, die aan gene zijde van het denken ontspringt.” Als het weten van het ‘al’ tot een afsluiting komt, wordt het denken over weten en geloven afgesloten. Dat gebeurde, toen Hegel de filosofiegeschiedenis binnen het systeem van dit kennen haalde. Het denken wordt dan een afsluitend oordeel over systemen. De vraag naar weten en geloven blijft onopgelost.

Opmerking:

De musageet is de leider van de muzen, Apollo.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten