62 - DAS HEROISCHE ETHOS Linien des Lebens
Het ‘zelf’
is van buitenaf niet van de persoonlijkheid te onderscheiden, maar van
binnenuit wel degelijk.
karakter
<> individualiteit
zelf <> persoonlijkheid
De
individualiteit ontstaat bij de geboorte en verdwijnt bij de verwekking van een
nakomeling. De dood voegt hier niets meer aan toe. Elke dag die een mens na die
verwekking nog leeft, is overbodig vanuit de puur natuurlijke visie op het
leven. Het ‘zelf’ is niet vanaf de geboorte in de mens, maar treedt op een dag
in. De mens is dan zelfbewust. Dit leidt tot eenzaamheid, in zijn zelf is hij
anders dan alle anderen. De persoonlijkheid daarentegen plaatst de mens tussen
alle andere mensen. Rosenzweig noemt hem hierin een ‘politiek dier’.
Rosenzweig
werkt dit verder uit. Bij de geboorte van het zelf sterft de persoonlijkheid in
de soort. Het zelf, Rosenzweig noemt het een daimon in navolging van
Herakleitos: “Zijn ethos is voor de mens een daimon. Het verschijnt met het
masker van Eros en krijgt later dat van Thanatos." De stervende mens is ten
diepste eenzaam. Naarmate een mens ouder wordt, verliest hij zijn
persoonlijkheid, zijn aandeel in de gemeenschap is nog slechts herinnering. Bij
dat verlies wordt het karakter harder en groeit zijn zelf. De persoonlijkheid
staat in een vaste samenhang tot de bepaalde individualiteit, het zelf heeft
een karakter.