zondag 31 maart 2013

7 – Nietzsche Bij de dichters ging het altijd al over het leven en de eigen ziel. Zo ging het bij de heiligen om het geleefde leven. Bij de filosofen was dit niet het geval, totdat Nietzsche dit doorbrak. Zijn onderwerpen doen er niet meer toe, maar zijn wijze van filosoferen wel. Hij liet de ziel niet als een baker over de geest heersen, maar zijn geest onttrok zich aan de beperking van de ziel en reikte tot ongekende hoogten, waarbij de ziel wel moest volgen. De geest zocht de koele hoogten op, onttrok zich aan de dampen van het laagland. Nietzsche realiseerde in leven en denken de eenheid van ziel en geest, mens en denker, tot het einde toe. Opmerking: De vraag is hierbij wat Rosenzweig onder ‘ziel’ verstaat. Ik heb zo langzamerhand dit begrip leren kennen als de kern van mijn zijn, de diepste en hoogste levenswaarde. Als je die verloochent of ontkent, verliest je leven alle zin. Maar dat kan bij Rosenzweig niet het geval zijn, gezien het feit dat volgens hem de ziel de geest in een bedompte levenssfeer wil opsluiten. Het begrip ‘ziel’ krijgt zo zelfs een enigszins negatieve connotatie. Deze vraag blijft voor mij vooralsnog onbeantwoord liggen. Gerard Visser publiceerde in 2010 (derde druk) Niets cadeau. Een filosofisch essay over de ziel. Ik ga daar nog maar eens in kijken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten