49 - China
In deze
paragraaf worden de verschillen tussen China en India gekarakteriseerd. China
is sterk gericht op het aardse en laat daarvoor het transcendente schieten. Dit
anders dan India. Dit programma nam de indeling in kolommen niet over. U kunt nu de corresponderende nummers met elkaar vergelijken.
China
1.
De
geestelijke machten worden als wezen van de wereld ontkend. De volheid van de
wereld geldt als het enig werkelijke. Geen metafysica.
2.
Geesten
van de voorouders zijn materieel aanwezig. Aan hen wordt geofferd.
3.
De
keten van voorouders is de gemeenschap, waartoe het individu behoort.
4.
Zijn
uiterlijke bijzonderheid wordt bepaald, doordat hij de laatste schakel hierin
is.
5.
Het
boeddhisme gaat achter de algemene begrippen terug op het begrijpen zelf en
bereikt in de opheffing van dit begrijpen de verlossing van de wereld.
6.
Lao-tse
leert de overwinning op de stoffelijke volheid van het gebeuren door het
dadenloze, zwijgende ingaan in de naamloze oergrond van het luide en genoemde
gebeuren.
India
1.
De
geestelijke machten worden als wezen van de wereld erkend. Wel metafysica.
2.
Het
metafysische zou overbevolkt raken met alle overledenen. Vandaar reïncarnatie.
3.
De
kaste omsluit het individu als boven hem gestelde algemeenheid.
4.
De
bijzonderheid van het individu wordt hem ontnomen door de kaste.
5.
Lao-tse
ontkent niet de het wereldse karakter van de bedrijvigheid volgens Kongfu-tse
(wat hij de tienduizend dingen noemt), maar laat dit los om de volheid van de
daad te doen ontspringen aan de bron van het niet-doen.
6.
Boeddha
leert om de wereld, die al tot een begrip geworden is, op te heffen in het
begrijpen en verder in het begrijpen van het begrijpen en zo aan gene zijde van
het begrijpen.
Ik heb
hier en daar in deze paragraaf 49 de vertaling van Alex van Ligten letterlijk
geciteerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten