donderdag 20 februari 2014


49 - China


In deze paragraaf worden de verschillen tussen China en India gekarakteriseerd. China is sterk gericht op het aardse en laat daarvoor het transcendente schieten. Dit anders dan India. Dit programma nam de indeling in kolommen niet over. U kunt nu de corresponderende nummers met elkaar vergelijken.


China
1.     De geestelijke machten worden als wezen van de wereld ontkend. De volheid van de wereld geldt als het enig werkelijke. Geen metafysica.
2.     Geesten van de voorouders zijn materieel aanwezig. Aan hen wordt geofferd.

3.     De keten van voorouders is de gemeenschap, waartoe het individu behoort.
4.     Zijn uiterlijke bijzonderheid wordt bepaald, doordat hij de laatste schakel hierin is.
5.     Het boeddhisme gaat achter de algemene begrippen terug op het begrijpen zelf en bereikt in de opheffing van dit begrijpen de verlossing van de wereld.


6.     Lao-tse leert de overwinning op de stoffelijke volheid van het gebeuren door het dadenloze, zwijgende ingaan in de naamloze oergrond van het luide en genoemde gebeuren.


India
1.     De geestelijke machten worden als wezen van de wereld erkend. Wel metafysica.


2.     Het metafysische zou overbevolkt raken met alle overledenen. Vandaar reïncarnatie.
3.     De kaste omsluit het individu als boven hem gestelde algemeenheid.
4.     De bijzonderheid van het individu wordt hem ontnomen door de kaste.
5.     Lao-tse ontkent niet de het wereldse karakter van de bedrijvigheid volgens Kongfu-tse (wat hij de tienduizend dingen noemt), maar laat dit los om de volheid van de daad te doen ontspringen aan de bron van het niet-doen.
6.     Boeddha leert om de wereld, die al tot een begrip geworden is, op te heffen in het begrijpen en verder in het begrijpen van het begrijpen en zo aan gene zijde van het begrijpen.



Ik heb hier en daar in deze paragraaf 49 de vertaling van Alex van Ligten letterlijk geciteerd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten