woensdag 5 maart 2014



51 – ÄSTHETISCHE GRUNDBEGRIFFE INNERE FORM

De Gestalt uit de vorige paragraaf wordt nu op het kunstwerk betrokken en ook hier springen de Grieken er als beste uit. Een kunstwerk heeft een innerlijke samenhang. Elk deel, elk detail ervan hangt samen met het geheel. De wet van de innerlijke vorm heeft in de metalogische wereldopvatting haar basis. Die wet is kenmerkend voor het kunstwerk, van elk object dat aan het begrip ‘schoonheid’ beantwoordt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten