30 – Primitief atheïsme
In de leegte van nirwana en tao, waar alle leven ontbreekt, kan Gods stem
niet klinken. In het ‘niets’ is ook God afwezig. Maar mensen nemen hier geen
genoegen mee en er ontstaat toch weer een bloeiend heidendom. Als er maar leven
is, - al is het heidens, godsvijandig leven -, kan de stem van de Levende weerklank vinden.
Alle afgoden kunnen niet boven zichzelf uitkomen, maar de goden van de mythe, de Griekse goden
dus, kunnen leven uitstralen, die van China en India slagen daar niet in.
Opmerking:
Het wordt hier duidelijk dat Rosenzweig het Europese heidendom hoger
waardeert dan het Aziatische. Over de Germaanse mythen heeft hij het overigens
niet. Bleef die bij de klassieke vorming op de Duitse gymnasia buiten
beschouwing?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten